In het weekend van 15-16 februari organiseert Heemkundekring Erthepe een tentoonstelling over de kraamzorg. Op zaterdag 15 februari van 14.00-17.00 uur en op zondag 16 februari van 11.00-17.00 uur is de expositie in het Raadhuis te Erp (Hertog Janplein 9) gratis te bezoeken. Foto’s die Erpse kraamverzorgsters maakten, een paar oude kinderwagens en voorwerpen die bij de verzorging van kraamvrouwen en baby’s vroeger gebruikt werden, zijn er te zien. Eveneens interviews met Nelly Beekmans en Tonny van der Aa die voor hun trouwen in de jaren ’50 en ’60 als kraamverzorgster in de regio werkzaam waren.
In het begin van de twintigste eeuw was de zuigelingensterfte groot en overleden veel vrouwen aan kraamvrouwenkoorts. Ook in Erp, Keldonk en Boerdonk. De oorzaken daarvan waren de geringe hygiëne, het gebrek aan schoon water en het ontbreken van kennis bij de bakers, de ongeschoolde vrouwen die hielpen bij de bevalling en het verzorgen van pas geborenen. Voor artsen en het Wit Gele Kruis was dat de reden om al voor de Tweede Wereldoorlog cursussen op te zetten om de kraamzorg te verbeteren en te professionaliseren.
Nelly Beekmans en Tonny van der Aa weten dat nog goed. Ze gingen drie maanden ‘intern’ in Huize Bergen in Vught om opgeleid te worden tot leerling kraamverzorgster. Ook Tiny Timmers, Hanneke Bongers en Sjaan van Dijk volgden daar een best pittige stoomcursus. Pas na twaalf maanden praktijk onder leiding van een zuster van het kraamzorgcentrum in Veghel werd je ‘gediplomeerd’ kraamverzorgster. Het was best een zwaar beroep. Je moest als verzorgster niet alleen de moeder en de baby verzorgen, maar ook het huishouden draaiende houden. ‘Zorgen én zwabberen’. De meeste gezinnen hadden geen wasmachine. Huishoudens van meer dan tien kinderen waren in de regio geen uitzondering. Door de week waren de kraamverzorgsters van 8.00 tot 20.00 uur in de weer. Regelmatig werden ze ’s nachts opgeroepen voor een bevalling. Ze assisteerden dan de arts die de bevalling verrichtte.
Nelly Beekmans schat, dat ze tussen 1958 en 1966 bij ongeveer 1000 geboorten in de regio betrokken is geweest. Tot ze stopte als kraamverzorgster. In de jaren ’60 was het nog gebruikelijk dat vrouwen ontslag kregen, wanneer ze in het huwelijk traden. Vanaf dat moment werden ze geacht zich geheel te wijden aan de zorg voor het huishouden, hun echtgenoot en later de kinderen. Iets dat we ons vandaag de dag niet meer kunnen voorstellen!
Links: Een kraamverzorgster aan het werk, ca. 1948: zorg voor moeder en het huishouden.
Rechts: Zuster Van Uffelen (links), leidsterdocente van het Kraamzorgcentrum in Veghel met de arts Van Kuppevelt (midden) en een kraamverzorgster in 1956.